Computertaal spreken
![](https://0d839b0bda.cbaul-cdnwnd.com/6496199eab3c3353b683e44413010761/200000033-2b3b02b3b2/web-1935737_960_720.png?ph=0d839b0bda)
Een algoritme schrijven in het Nederlands leerde je in de vorige lessen.
Maar als computerprogrammeurs een algoritme schrijven, doen ze dat in een computertaal.
Computertalen hebben veel minder woorden en zijn heel precies. Dat moet zo, want computers hebben geen intuïtieve vaardigheid.
![](https://0d839b0bda.cbaul-cdnwnd.com/6496199eab3c3353b683e44413010761/200000067-70b9770b99/mystery-864714_960_720.jpg?ph=0d839b0bda)
Bijvoorbeeld:
Ik zag haar een cake bakken met een keukenschort om.
Wat betekent die zin?
1 Ik zag haar een cake bakken en ik had een keukenschort om.
Of
2 Ik zag haar een cake bakken en zij had een keukenschort om.
Voorbeelden van computertalen zijn:
![](https://0d839b0bda.cbaul-cdnwnd.com/6496199eab3c3353b683e44413010761/200000071-3995b3995d/download%20%281%29.png?ph=0d839b0bda)
![](https://0d839b0bda.cbaul-cdnwnd.com/6496199eab3c3353b683e44413010761/200000069-860ba860bc/download%20%281%29.jpg?ph=0d839b0bda)
![](https://0d839b0bda.cbaul-cdnwnd.com/6496199eab3c3353b683e44413010761/200000072-c92b3c92b5/keywords-letters-2041816_960_720-4.jpg?ph=0d839b0bda)
Computertalen hebben minder woorden dan gesproken talen. Ze werken meer met symbolen en getallen. De woorden die ze gebruiken zijn keywords (sleutelwoorden). Die maken duidelijk hoe de computer de symbolen en getallen gebruikt. Enkele keywords in de computertaal JavaScript zijn bijvoorbeeld 'if', 'for', 'while' en 'function'.
Zie het als muziek!
![](https://0d839b0bda.cbaul-cdnwnd.com/6496199eab3c3353b683e44413010761/200000023-c2f8bc2f8d/music-1813100_960_720.png?ph=0d839b0bda)
Een muzikant kan een melodie spelen op een gitaar of op een piano. Die melodie klinkt waarschijnlijk beter of is makkelijker te spelen op het ene instrument dan op het andere. Net zoals muzikanten meerdere instrumenten kunnen bespelen, kan een programmeur een idee uitdrukken in meerdere computertalen.
Het is daarom een goed idee om meerdere computertalen te leren. Je kunt leren om je logica op meerdere manieren te schrijven. Sommige talen zijn beter om bepaalde ideeën uit te werken.
Syntaxis en grammatica
Om duidelijker te communiceren gebruiken we punten, komma's, aanhalingstekens, vraagtekens en andere symbolen. Ook programmeertalen doen dat. De manier waarop ze symbolen gebruiken en zinnen vormen noemen we syntaxis en grammatica.
We proberen wat code te begrijpen. In codes worden accolades {} gebruikt om instructies te groeperen. Een accolade invoeren via je toetsenbord doe je zo: Alt Gr + { } Een accolade geeft aan waar een alinea begint en eindigt.
Een functie is een opdracht die een programma opdraagt om een bepaalde taak uit te voeren.
![](https://0d839b0bda.cbaul-cdnwnd.com/6496199eab3c3353b683e44413010761/200000073-894798947c/hand-3108160_960_720.jpg?ph=0d839b0bda)
Computers kunnen zeer ingewikkelde dingen doen, maar in feite voeren ze alleen heel eenvoudige bewerkingen uit.
Die bewerkingen zijn:
- Simpel rekenen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen)
- Controleren op gelijkheid en ongelijkheid
- Een actie alleen uitvoeren als iets anders waar is
- Een actie herhaaldelijk uitvoeren
- Een reeks stappen een naam geven zodat die makkelijk opnieuw kan worden gebruikt. Dat heet een functie.
- Een 'variabele' met een naam maken die een waarde bevat. Je zegt bijvoorbeeld x = 4 en vervolgens gebruik je x in plaats van 4. Als x op veel plekken wordt gebruikt, kunnen we dat veranderen in x = 5 door de code op maar één plek aan te passen in plaats van op heel veel plekken.
Je gebruikt heel wat bekende symbolen bij het schrijven van computertaal.
Test jezelf even in de volgende oefening ;-)
![](https://0d839b0bda.cbaul-cdnwnd.com/6496199eab3c3353b683e44413010761/200000076-25a5425a56/equal-2718210_960_720.png?ph=0d839b0bda)
Controleren op gelijkheid of ongelijkheid
Omdat het enkele isgelijkteken (=) wordt gebruikt om een naam of waarde toe te kennen aan een variabele, gebruiken programmeurs het dubbele isgelijkteken om te vragen of twee dingen aan elkaar gelijk zijn.
![](https://0d839b0bda.cbaul-cdnwnd.com/6496199eab3c3353b683e44413010761/200000079-724697246a/search-768328_960_720.png?ph=0d839b0bda)
Bijvoorbeeld:
3 == 1+2
Is waar, omdat 1 plus 2 gelijk is aan 3
4 == 1+2
Is niet waar
4> 1+2
Is waar, omdat 4 groter is dan 3.
![](https://0d839b0bda.cbaul-cdnwnd.com/6496199eab3c3353b683e44413010761/200000080-0cd1c0cd1e/haakjes.png?ph=0d839b0bda)
Ronde haakjes gebruiken
Ronde haakjes duiden waarden aan die gegroepeerd dienen te worden. Je gebruikt bijvoorbeeld ronde haakjes om de computer te vertellen waaraan een 'if'-instructie moet voldoen of wat een functie moet gebruiken.
![](https://0d839b0bda.cbaul-cdnwnd.com/6496199eab3c3353b683e44413010761/200000079-724697246a/search-768328_960_720.png?ph=0d839b0bda)
Bijvoorbeeld:
if (2+2 ==4) {
console.log("hallo");
}
Laat WEL 'hallo' zien, maar
if (2+2 ==5) {
console.log("hallo");
}
Laat NIET 'hallo' zien op het scherm.
Zie je waarom?
Misschien wil je wel eens meer leren over het spreken van een computertaal.
Hieronder vind je een code. Deze code ga je kopiëren.
Daarna surf je naar de website replit.com. Je kan daarvoor op het knopje hieronder klikken.
Maak een account aan op deze site met je mailadres van de school.
Check Outlook om op de bevestigingslink te klikken.
Klik links op + Create repl
Kies dan voor Python
Plak de gekopieerde code in het werkvenster.
Deze code
print("Voer je naam in:")
VoorNaam = input()
print("Welkom " + VoorNaam)
Voer in het zwarte gedeelte je naam in.
Wat gebeurt er?